Maarten in India

INDIA

After two weeks at last i managed to escape Dubai. The city really got on my nerves a bit. I found  relieve in hanging out with my old buddies from Tajikistan and excellent Paki food from places where the low paid workers go to have their lunch. I think that is the best Dubai has to offer for me.

Unfortunately India gave me a Visa for only 3 months.  I was counting on a 6 month one so I could take my time to see the country shanti shanti by bike. Due to this I had to change my plans a bit and definitely not by trying to squeeze it all in a smaller timeframe. I have contemplated different routes and options but finally settled for going down a bit and then straight up North to Nepal. It means I have to skip lots of places I initially planned to visit but having to rush in is something which is not compatible with how one goes about in India..

Shaun and I unfortunately had to split up. Due to a bureaucratic mess caused by the governments of the Emirates and Canada he was forced to go back to Canada again to sort out stuff.  If all is well he will get to India in the run of March. I myself flew to India already a month and a half ago. Unfortunately I have not been able to find a ship that could take me from Dubai to India. Apparently it has something to do with the Indian Customs not accepting travellers coming in on non-commercial ships (like a freighter or an old dhow for example) Anyway, I am here and happy!

Initially I planned to fly to Mumbai from where I would head down South. When I found out that flights to Goa would only be a fraction more expensive, I started to rethink my itinerary a bit. Flying to Goa means a very relaxed start; no traffic chaos and millions of Indians around me that make me go loco on my first day. So I decided to fly to Goa and that was quite an excellent decision indeed. The Airport of Goa is very small and close to the beaches. So after I arrived I quickly assembled my bike and after an hour I found myself cruising down the coastline with a very big smile.  Mass tourism is more in the North where beaches are littered with recliners and joints that puke out horrible obnoxious music all day long. The South has bits of tourism but caters to a different crowd. Mainly old people that just want to sit in a tranquil place and enjoy the sound of the sea. There’s still plenty of empty beaches to be found in Goa and so I had a magic first night out sleeping on the beach with no noise pollution. Guess I am also getting a bit older..

Cycling in Goa is great. Roads are excellent and there’s plenty of restaurants along the way where one can buy a yummie meal for just half a Euro. The only thing I have to learn over and over is to keep to the left! Especially after a break I automatically start cruising on the right lane and when I see cars heading my way.. “Idiot!!! You are driving on the wrong lane..!!!”.. Oh wait.. “Sorry!!!!”..  So that takes some time and I will probably make the same mistake a few more times the coming weeks.

Goa is very small and so it took me only two days to cross into the state of Karnataka. On my second night in India, still in Goa, I decided to make up a bit for all those months of near alcohol abstinence and invested many a Rupee in good ol’ cold beers.  Hence the morning after it took a while to get up and I wasn’t even sure whether I could make the engine run for a day of cycling. I almost decided to lay my weary body down in my sweet hammock when I felt a real bad urge to hit that road despite the fact that I was struggling with a hangover. So many weeks of longing to be on my bike gave me the power and will to make miles and miles. So around noon, conveniently the hottest time of the day, I took place on my dear and beloved Brooks saddle and kicked it off.

I calculated that my destination of the day, Gokarna, would be some 70km away. This turned out to be 100km but actually came down to 130km because I missed a signpost and so I made a bit of a detour. My initial plan was to stay in Gokarna for a day or two and then continue down South towards Trivandrum, up North to Chennai and finally a train till somewhere close to the Nepalese border. It was not meant to be like that. I really started to develop a big liking in Gokarna and more especially the nearby beach where I was staying (Om Beach). For some three weeks I have lived in a little hut on the beach and got quite addicted to my life of plain lazy doing nothing, swimming, reading many books and chit chatting around the campfire with fellow long term residents who became my family for a while. In the end I finally managed to drag myself out of paradise and move on to yet another little paradise called Hampi. Hampi is littered with ruins of the former Vijayanagar Kingdom and the most weird ass rock formations that really blow your mind away. Despite the fact that there are lots of backpackers around, it has managed to remain a rather quiet and laidback place with a genuine feel to it. Time is running out however and so I really need to be on the bike again  (some 5 weeks to cover 2000km to the Nepalese border) if I want to continue doing things the shanti shanti way. The idea was to make the last leg of the journey a solo-tour (well, I didn’t really have a choice of course..) but things have turned out different. I am currently waiting in Hampi for two German kids who came cycling all the way from Germany and are on their way to China where they plan to take the Trans Mongolia Express back to Europe. I met them in Gokarna some time ago and as we got along quite well I proposed them to cycle to Nepal together. I don’t mind at all to travel by myself but I certainly appreciate having some good company to share the highs and lows of the trip with.

“Happiness only real when shared” as Chris McCandless  had put it when he felt he was close to passing away (Into the Wild)

Will update regularly!

Posted in about | Comments Off on Maarten in India

Khoda Hafez Iran

“Shopping is only just the beginning” aldus de slogan van de shoppingmall op de hoek. Ik zit alweer een week in het ultra decadente Dubai en na twee maanden Iran is het even flink omschakelen naar de realiteit van deze kunstmatige zeepbel in het Midden Oosten. Ik denk terug aan al onze avonturen in Iran en de vele lieve mensen die we daar hebben ontmoet…

Iran

Eindelijk naderen we Iran! We hebben hier zo lang naar uitgekeken. Zijn de mensen er echt zo gastvrij zoals we van iedereen horen? De autoriteiten echt zo gemeen en harteloos? Kunnen we echt niet naar een Perzische schone glimlachen zonder aangehouden te worden? Is het eten op straat echt waardeloos? We zijn zo nieuwsgierig en kunnen haast niet wachten om het allemaal zelf te ervaren.

Zo’n 30km van de grens met Iran ligt het stadje Dugubeyazit. Je voelt dat je dicht bij de grens zit; veel handel op straat, geldwisselaars en flarden Farsi. Door het huidige embargo is Iran niet aangesloten op het internationale banknetwerk en zodoende kan er geen geld opgenomen worden. Pin noch creditcard. We zijn dus genoodzaakt om van tevoren een flinke lading duiten in te slaan. Eerst een berg Turkse Lira’s opnemen en die vervolgens omwisselen naar Euro’s. Het is lastig in te schatten hoeveel je voor twee maanden nodig hebt. We hebben gehoord dat het er vrij goedkoop is maar hebben geen weet van de exacte prijzen en kunnen moeilijk een concrete berekening maken. Uiteindelijk kiezen we ervoor om het maar zo ruim mogelijk in te schatten. Het is immers beter om geld over te houden dan zonder komen te zitten. Ik voel me wel ietwat ongemakkelijk met zoveel geld op zak en hoop dat Iran echt zo veilig is als ik van menig reiziger heb mogen vernemen.

Met een zalig zonnetje rijden we langzaam Dugubeyazit uit op weg naar de grens. We passeren Mount Ararat en voelen ons betoverd door haar schoonheid. Er is geen vuiltje aan de lucht en we hebben een perfect zicht op deze bijzondere berg die een zeer belangrijke rol speelt in de (plaatselijke) geschiedenis. Zo wordt de Ararat aanbeden door de Armeniërs die de berg wrang genoeg vanuit Yerevan in de verte zien liggen, wetende dat het zich op huidig Turks grondgebied bevindt. Natuurlijk moet daar op de top bovendien ook nog ergens een ouwe schuit onder de sneeuw bedolven liggen, achtergelaten door ene Noah die met z’n beestenboel door Jaweh werd gematst en ternauwernood aan de zondvloed kon ontsnappen. De enige beesten die wij daar zijn tegengekomen zijn de kongals; vervaarlijk ogende herdershonden van Koerdische komaf die ons langs de weg met gemeen geblaf toejuichen. Soms worden we even achterna gezeten maar ze lijken te lui te zijn om echt toe te happen. Gewoon lekker fietsertjes plagen, je moet toch wat als een schurftige herdershond.

Eindelijk komen we dan bij de grens aan! Overal Turkse vlaggen en leuzen zoals “hoe blij is hij die kan zeggen dat hij een Turk is”. De Turkse staat is nog relatief jong en vooral in het Oosten waar aardig wat minderheden wonen wordt er tijd noch moeite bespaard om de Turkse identiteit goed erin te peperen bij de locals. Het is dan ook een regio waar tot op de dag van vandaag lang slepende conflicten zich voortzetten en niet spoedig tot een einde lijken te komen. Zo was er tijdens ons kortstondig verblijf in Dugubeyazit ‘s nachts artillerievuur te horen afkomstig van de Ararat. PKK rebellen vs het Turkse leger zo bleek de volgende ochtend.

Het passeren van de Turkse douane was een kwestie van een paar minuutjes. Bij het naderen van de Iraanse zijde werd ons spoedig duidelijk wat ons te wachten stond.. Luid geschreeuw, dozen in de lucht over en weer, vrouwen die bezig zijn de haren weer te bedekken en natuurlijk grote portretten van de Ayatollah’s Khomenei en Khamenei die scherp toekijken of er echt geen haar meer te zien is. Chaos alom en wij worden in een kolkende massa naar voren gedreven waar we uiteindelijk bij een groot hek tot een halt komen. We kijken toe hoe militairen genieten van hun autoriteit en mondjesmaat mensen door het hek toelaten. Met onze fietsen passen we niet door de kleine doorgang en moeten we wachten tot het grote hek geopend wordt. Eenmaal aan de andere zijde worden we gesommeerd door een jonge soldaat om onmiddellijk mee te komen. We verwachten een klein kamertje waar we met een kalashnikov tegen het hoofd alle staatsvijandelijke informatie moeten opbiechten. Waar we terecht komen is echter erger dan dat. Een grote hal waar honderden reizigers in geïmproviseerde rijen geërgerd staan te wachten op iets wat nog lang niet lijkt te gaan komen. De soldaat begint te brullen en er ontstaat een gat in de massa. Wij worden met fiets en al naar voren geduwd en staan plots helemaal vooraan. De soldaat gaat er met onze paspoorten vandoor en komt een paar minuten later terug met de mededeling dat we daar moeten blijven staan. Na enige tijd beginnen de rijen te bewegen en zich te hervormen. We hebben geen idee wat we moeten doen en mensen om ons heen kijken ons ook met vragende blikken aan. Uiteindelijk worden we geholpen door een jongeman die onze paspoorten overneemt en uiteindelijk de dienstdoende douaniers zo lang lastig valt dat ze geërgerd een stempel zetten en wij uiteindelijk de grens over kunnen. Gegroet Iran!

Het is een bijzonder gevoel om dan eindelijk het land binnen te rollen waar we het zoveel over hebben gehad, met elkaar en andere reizigers onderweg. Opeens ligt er een nieuw land voor je met nieuwe avonturen en nieuwe verhalen die in je gaan zitten en onderdeel gaan uitmaken van wie je bent. We kunnen ons enthousiasme niet bedwingen en met een luide kreet rollen we de berg af om in het grensstadje onze eerste Iraanse maaltijd te nuttigen (later meer over hoe we over de Iraanse keuken denken). Met een volle maag fietsen we de Perzische horizon tegenmoet..

Onze eerste nacht brengen we door in Maku, zo’n 50km van de grens gelegen. Een fraai stadje, niet te klein en niet te groot, ideaal om geleidelijk aan met Iran kennis te maken. De plaatselijke bevolking bestaat grotendeels uit Azeri’s en spreekt dan ook overwegend Azerisch, zeer nauw verwant aan het Turks. Ietsje meer naar het noorden bevindt zich het land Azerbeidzjan maar wij bevinden ons in de provincie Azerbayzan-e. De Azeri’s vormen naar mijn weten de grootste minderheidsgroep in Iran (je hebt hier Koerden, Lori’s, Armeniërs, Turkmenen, Afghanen, Baluchi’s etc) en zijn behoorlijk vermogend door de geografische ligging aan twee landsgrenzen en de handelsactiviteiten die daaruit voortvloeien. We vinden een goedkoop hotelletje; de zogenaamde “mosafar khane” waar je voor een paar euro’s een soort van bed krijgt (het is eigenlijk meer een plank met een dik laken en vier ongelijke poten) en als je geluk hebt wordt je ‘s nachts niet opgegeten door de kakkerlakken.

De eerste dagen trappen we rustig richting Tabriz alwaar we ons eerste couchsurf adresje hebben. Onderweg genieten we ervan hoe Iran zich ontvouwt; de landschappen wisselen bergen af met weidse vergezichten, we maken hier en daar kennis met de ongelooflijke Iraanse gastvrijheid (hier meer over later) en het weer lijkt ons na vier maanden nog steeds niet in de steek te laten! Het is overdag plusminus 15c met een zonnetje, maar ‘s nachts moeten we ons dik inpakken want dan zakt de temperatuur tot het vriespunt.

Bij het binnenrijden van Tabriz heb ik m’n tweede en derde lekke band tijdens de trip. Eventjes eerder hadden we een lunch genoten in een veld met akelige doornstruikjes en is er het een en ander doorgeglipt. Met een kleine vertraging rijden we dan eindelijk de stad binnen en worden we als winnende wielrenners toegejuicht. Helaas is de euforie van korte duur want we kunnen onze couchsurf host niet bereiken en raken geheel verdwaald in deze toch wel behoorlijke stad. Het mooie van Iran is dat je je nooit zorgen hoeft te maken wanneer je verdwaald raakt. Zodra je ook maar een ogenblik even een verwarde blik tevoorschijn tovert komt er onmiddellijk iemand op je af om zich over je te ontfermen. Zo maakten we uiteindelijk kennis met een vriendelijke local die ook op de fiets was (zeer uitzonderlijk) en ons uiteindelijk na contact met onze host naar onze slaapplek heeft geloodst ver in de buitenwijken. We hadden aanvankelijk voor ogen om slechts twee nachtjes in Tabriz te verblijven maar na kennismaking met een aantal vriendelijke studenten die ons hadden uitgenodigd om bij hen een avondje te jammen, hebben we er nog maar vijf nachtjes aan vastgeplakt. Bijzonder interessant om meer te weten te komen over de belevingswereld van Iraanse studenten en hoezeer ze te lijden hebben onder het juk van de heersers (politieke zowel als geestelijke alhoewel deze in Iran natuurlijk hand in hand gaan).

In Tabriz dienen we een beslissing te maken wat betreft de verdere voortzetting van de reis. Gaan we door Kurdistan naar het zuiden of zetten we koers naar het oosten om via de kust van de Kaspische Zee uiteindelijk in Teheran te geraken. Persoonlijk ging mijn voorkeur uit naar Kurdistan maar gelet op de barre weersomstandigheden in die contreien zouden we er verstandiger aan doen om richting de Kaspische Zee te gaan. Een prima keuze zo zou later blijken en Kurdistan blijft daar nog wel even liggen voor een later bezoek.

De overgang naar de kuststreek is overweldigend. Enige dagen na ons vertrek uit Tabriz fietsen we uiteindelijk geleidelijk aan de bergen in en zien we zowaar hier en daar een klein bosje bomen. Sinds Oost-Turkije fietsen we vrijwel non-stop door woestijnachtige gebieden waar vrijwel geen boom te vinden is. Pal naast de snelweg loopt een kabbelend riviertje en we zien vele locals op een kluitje bij elkaar zitten, genietend van geïmproviseerde barbecues en vele theetjes. We komen vele plekjes tegen die er veel aantrekkelijker uitzien en verder van de smerige weg liggen maar waar geen kip te zien is. Rare jongens die Perzen. Of ben ik hier de rare jongen?!

We stijgen en stijgen en komen uiteindelijk bij een lange tunnel uit. Het landschap is iets groener dan eerder maar nog steeds is het een tamelijk dorre boel. Eenmaal de tunnel aan de andere kant uitgekomen lijkt het alsof we in een jungle zijn uitgekomen. Het is er groener dan groen, klammer dan klam en bijzonder mooie vergezichten met de Kaspische Zee aan de verre horizon. Het doet me sterk denken aan de omgeving van Batumi (Georgië) maar ook beelden van Laos schieten door m’n hoofd. We zijn blij eindelijk de gortdroge landschappen voor een tijdje achter ons te laten en als koningen rollen we bergje af door een dikke mistlaag het groene dal in…

De kust zelf is helaas niet zo fraai als de bergweg ernaar toe. Het strand ziet er vervuild en verwaarloosd uit. De zee, zo heb ik me laten vertellen, is er niet veel beter aan toe. Ze moet bijkomen van een aantal decennia aan giflozingen voornamelijk op rekest van de Soviet Unie. We fietsen over een drukke snelweg door dikke dieselwalmen en aan weerszijden kijken we uit op gedumpt afval. Zaten we echt slechts een paar uur eerder in dat groene paradijs? Tijdens onze trip ergeren we ons kapot aan de laksheid van mensen wat betreft het roekeloos dumpen van afval. Ik begrijp dat in veel landen de infrastructuur voor vuilverwerking verre van adequaat is en dat de overheid meer moeite moet doen op het gebied van verwerking en voorlichting. Echter, de burger mag ook wat meer initiatief en “goodwill” tonen. Fiets je door een prachtig natuurgebied, komt er een auto voor je rijden en kiepert zo een vuilniszak door het raam. Triest.

De avond nadert en we kijken om ons heen of we ergens een geschikt slaapplekje kunnen ontwaren. Plots komen we in een in chaotische mensenmenigte terecht. Het blijkt een speciale dag te zijn waarop de overledenen worden herdacht. We passeren een begraafplaats en zien uitgelaten families picknicken en kinderen spelen op de grafstenen van hun overleden familieleden. Ik vind het wel mooi om te zien hoe de mensen op deze manier contact blijven houden met hun dierbaren. We moeten echter snel verder want het begint echt donker te worden en ‘s nachts fietsen doen we toch liever niet. Eventjes verderop worden we staande gehouden door een man die zich voorstelt als de plaatselijke docent Engels en van zijn studenten heeft vernomen dat er twee fietsers zijn huis zullen passeren. Hij nodigt ons uit voor een warme maaltijd, hete douche en een zacht bed voor de nacht. Tsja, wie zijn wij om zo’n voorstel te weigeren?! Uitgeslapen en met een volle maag fietsen we de volgende ochtend weer verder. We hopen zo’n 160km weg te kunnen beuken. De wind is aan onze kant vandaag dus dat moet wel lukken. Ik vlieg vooruit en vind dat alles lekker gaat; zonnetje, wind mee, swingend muziekje op de achtergrond.. Totdat ik opmerk dat Shaun niet meer achter me fietst. In de verste verte niet. Ik besluit om maar even te stoppen en een pauze te nemen totdat Shaun weer back in the picture is. Het gebeurt wel vaker dat we elkaar even uit het zicht verliezen ivm een kleine reparatie of wanneer we voor de zoveelste keer weer eens staande worden gehouden voor een gesprek of foto. Na een kwartiertje komt er een auto naast me tot stilstand met Shaun op de achterbank. Hij is aangehouden door een vriendelijke snuiter die ons bijna smeekte om toch alsjeblieft minimaal een nachtje bij hem door te brengen. “We can dance, sing, hike in the mountains, eat delicious food and you will experience the real Iran!!!” en liet ons een boek zien met referenties van negentig eerdere reizigers die hij in de afgelopen drie jaar van de weg heeft weten te plukken. Ach, een rustdag kan niet zoveel kwaad na al onze dagen van knoeste arbeid. Onze gastheer Yasser nam ons mee naar z’n gemoedelijk huisje midden tussen de kiwi plantages en pas na drie nachten zaten we weer op de zadels.

De gastvrijheid in Iran is werkelijk ongelooflijk en hartverwarmend. Auto’s die naast je rijden om je een tas met mandarijnen te overhandigen (op een bepaald moment moest ik ze bijna weigeren omdat ik al een paar kilo aan fruit achterop had zitten) een volledig gesluierde vrouw die je een hand koekjes en bonbons overhandigt, en de vele uitnodigingen om bij mensen onderweg de nacht door te brengen. “Mister, i know what it’s like to be a stranger and it’s important to make a stranger feel at home and that he knows he has some good friends when he’s away from his loved ones”. Sommige mensen bij wie we verbleven kenden goed Engels en hebben het zo verwoord, en zij die het Engels niet machtig waren vertelden het ons met hun warme glimlach en fonkelende ogen. Af en toe wordt de gastvrijheid een beetje teveel van het goede. Alles willen ze voor je betalen omdat je hun gast bent. We hebben vaak bijna een gevecht moeten leveren om zelf te kunnen betalen. “Please Mister Maarten, you are making me feel ashamed.. here is your money, i pay”.

Het fietsen langs de kust is bijzonder aangenaam. We hebben vrijwel alle dagen wind mee, zacht zonnetje en het vuil langs de weg lijkt ietsje minder te worden (of we raken er gewoon aan gewend). Na enige dagen bereiken we Challus vanwaar we de beruchte bergweg naar Kharaj (30km ten westen van Teheran) willen nemen. Berucht vanwege steile afgronden, zeer druk verkeer op een krappe tweebaansweg en grote kans op hevige sneeuwbuien tijdens de winter. We stijgen geleidelijk aan maar het is weer flink wennen na een week slechts over de vlakke weg langs de kustlijn te hebben gefietst. Op een bepaald moment gaan we dan echt serieus omhoog en moeten we alles uit de kast halen om ons een weg omhoog te beuken. Gelukkig is het een doordeweekse dag en valt het op zich nog wel mee met de drukte van het verkeer. Bij het naderen van de avond neemt de dag plots een ietwat vervelende wending. Reeds tweemaal wordt ik bijna van de weg gereden door idiote grappenmakers. Ze komen keihard op me afrijden en raken me net niet, maar ik raak wel van de weg af en moet goed opletten dat ik niet een ravijn inflikker. Ik raak zo geïrriteerd dat ik in een waas een steen oppak en me voorneem om bij de volgende idioot die me zoiets flikt een steen tegen z’n koekblik te smijten. Gelukkig kom ik onmiddellijk tot inkeer en realiseer me dat dat toch wel een belachelijk slecht plan is. Ik gooi de steen weg en kom tot het inzicht dat ik beter tot tien kan tellen en het voorval snel vergeten. Eventjes later komt er weer een auto op me afrijden en ik verlies het eventjes helemaal. Ik vergeet tot tien te tellen en in plaats daarvan lanceer ik een flinke fluim richting de bestuurder. Helaas voor de bestuurder, en voor mij zo zou later blijken, had hij zijn raampje open.. Ik kom onmiddellijk tot het besef dat ik toch beter tot tien had kunnen tellen. Het is weliswaar geen steen maar toch. Na enige tellen komt dezelfde auto met een noodgang voorbijgereden en parkeert ‘m recht voor m’n neus. Er komt een kerel uitgestapt met een gezicht rood van woede en bloeddoorlopen ogen. Ik stap af en stel me in op het incasseren van een paar rake klappen. Meneer loopt echter richting de kofferbak en ik vrees het ergste; misschien is hij van een beruchte familie en knalt hij me met een dubbelloops jachtgeweer overhoop om z’n eer te verdedigen. Ietwat opgelucht ben ik wanneer ik zie dat hij een ferme stok tevoorschijn tovert. Ik probeer in het Farsi m’n excuses aan te bieden; “babakshid babakshid!!!”. Helaas heeft dat weinig zin en ik krijg een paar rake klappen voornamelijk op m’n dijbeen. Na mij kort te hebben afgeranseld loopt hij naar m’n fiets en begint daar flink op los te meppen. Vervolgens komt hij mijn kant weer op maar wordt nu tegengehouden door z’n vriend en een aantal passanten die hun auto’s aan de zijkant van de weg hebben gezet en mij proberen te helpen. M’n aggressor probeert me nog een keer te raken maar wordt gelukkig tegengehouden door een aantal stevige kerels. Uiteindelijk gaat hij er in een noodgang in z’n auto vandoor. Ik sta nog flink te shaken van de schok wanneer mensen zich om me heen verzamelen en me gerust proberen te stellen. Ik ben op dat moment alleen maar geïnteresseerd in de toestand van m’n fiets. Gelukkig valt het allemaal wel mee. Een paar schrammen en m’n schakelsysteem heeft een flinke oplawaai gekregen. Eventjes verderop is er een restaurantje en ik wordt verzocht om daar even te zitten om bij te komen en de ambulance af te wachten die onze kant opkomt. Ik vind dat een beetje overbodig maar misschien wel een goed idee om even een theetje te drinken voor de schrik. Inmiddels arriveert er een ambulance en twee ambulancebroeders komen op me af en beginnen spontaan overal te voelen en te knijpen. Ik probeer ze duidelijk te maken dat het allemaal wel meevalt. “I only have some sore spots on my leg” waarop ik vervolgens in m’n nek wordt geknepen en gevraagd wordt of dat pijn doet. “Yes, that hurts, so what?”. De ambulancebroeder lacht, ik moet een papiertje ondertekenen en ze scheuren er weer vandoor. Op weg naar een volgend slachtoffer dat even goed in z’n nek geknepen moet worden om er weer helemaal bovenop te komen.

Shaun is inmiddels ook gearriveerd. Hij lag ietsje voor op mij en een vriendelijke passant heeft ‘m van de weg geplukt en terug naar beneden gestuurd. We babbelen met wat mensen en uiteindelijk weten we een slaapplekje te regelen in een pension in aanbouw bij een nabijgelegen restaurant. Nadat we wat hebben gegeten staat opeens de vriend van m’n agressor voor m’n neus. Of ik even mee naar buiten wil komen. Ik ben uiteraard behoorlijk argwanend en vertrouw het niet onmiddellijk. Hij vertelt me dat z’n vriend buiten staat te wachten om z’n excuses aan te bieden. Hij is aangehouden door de politie (iemand heeft z’n kenteken doorgegeven) ze hebben z’n auto geconfisceerd en hij kan rekenen op een fikse straf. Hij verzoekt me om alsjeblieft de klacht in te trekken zodat hij niet in de problemen komt met de justitie. Ik ga hier onmiddellijk mee akkoord. Ik kan dan wel m’n poot stijf houden en zorgen dat hij z’n verdiende straf krijgt, maar ik vind het geen fijn idee dat we straks moeten uitkijken voor een aantal rancuneuze vrienden/familileden. Uiteindelijk ga ik met ze mee naar het politiebureau. Het bureau zit vol met agenten en ten overstaan van de gehele kliek moeten we handjes schudden en een elkaar een hug geven. Ik had verwacht dat de snorrenclub in lachen zou uitbarsten maar ze kijken me aan met bloedserieuze koppen. Ik mag weer een papiertje ondertekenen en voila, vergeven en (nog niet) vergeten. Ach, zo raak je nog eens aan een apart verhaal..

De volgende ochtend zou blijken dat het klimwerk van de dag eerder in het niets valt in vergelijking met wat ons de dag erop te wachten zou staan. De ganse dag gaat het vrijwel loodrecht omhoog en meer dan 7km per uur halen we er niet uit. Tegen het einde van de dag zijn we naarstig op zoek naar een geschikte slaapplek. Goedkope hotelletjes onderweg zijn non-existent en buiten slapen is gelet op de vrieskou niet echt een realistische optie. Het is al donker wanneer we bij een kluitje winkels en een Rode Kruis post aankomen (in het Midden Oosten de Red Crescent). We besluiten om de gok te wagen en bij het Rode Kruis aan te kloppen om te kijken of zij misschien een plekje voor ons hebben. We worden warm onthaald en van thee en koekjes voorzien. Eventjes later worden we meegenomen naar een nabijgelegen appartement en krijgen een riante slaapplek toegewezen gekregen. Onze kleren worden gewassen en eventjes later wordt warm eten geserveerd. We slapen als koningen. Reizen in Iran is so easy..

Ontbijt op bed en schone kleren; we zijn klaar voor 15km beukwerk en vervolgens 100km naar beneden rollen tot Teheran. De uitzichten onderweg zijn spectaculair maar we kunnen met al het drukke verkeer weinig wegdromen. Eenmaal Teheran naderende zien we letterlijk en figuurlijk het onheil hangen. Een dikke bruine smoglaag die de bergen opslokt en als een sluier de foeilelijke bruid Teheran bedekt. We zitten vanwege het aanvragen van onze visumverlenginen minimaal een week vast in deze onmenselijke stad. Gelukkig hebben we een puik plekkie gevonden waar we ons gehele verblijf terecht kunnen. Aangenaam gezelschap maakt veel goed wanneer je een week met de bruin gesluierde bruid moet overleven.

Ons verblijf in Teheran bestaat vooral uit veel slapen, films kijken en theetjes drinken met de locals. Rustig wachten totdat we onze verlengingen binnen hebben. Achteraf gezien hadden we dit beter in Isfahan kunnen doen waar het naar horen zeggen veel sneller gaat en een aangenamere stad is om te vertoeven.

Na onze visumverlengingen binnen te hebben zetten we de tocht voort richting Qom. Deze stad staat bekend als de meest heilige van Iran en het wemelt er dan ook van de mullah’s en andere baardliefhebbers. Voordat we ons in de heiligheid mogen onderdompelen moeten we wel eerst een martelaarsdood sterven op de zesbaans snelweg rondom Teheran. Vooral het invoegen is rampzalig. Je kunt net zo goed je ogen dicht doen en op goed geluk doorbeuken. De stroom auto’s is onophoudelijk en doordat je vele malen langzamer gaat dan een auto kun je er niet met voldoende vaart doorheen komen. Uiteindelijk rijden we toch goed en wel Teheran uit. Die zeventig maagden in het hiernamaals moeten het nog maar even zonder ons doen.

We besluiten het fietsverbod voor de snelweg te negeren en fietsen met een big smile over een perfect wegdek. De politie interesseert het allemaal geen moer. In Iran heb je op de meeste trajecten een oude weg lopen die op zich wel ok is maar met een ietwat gebrekkig onderhoud te kampen heeft, en dan loopt er vaak een nieuwe snelweg vlak langs. Op de snelweg zijn trucks over het algemeen niet toegestaan en da’s toch wel bijzonder prettig! Bovendien hebben we op de snelweg een ruimte strook en zodoende is er voldoende ruimte tussen ons en het gemotoriseerde verkeer. Ik kan alle fietsers dan ook aanraden om alle fietsverboden gewoon lekker te negeren.

Het fietsen gaat aanvankelijk heel lekker maar op een bepaald moment draait de wind, gaan we voornamelijk heuveltje op en begint het ook ietwat te spatteren (voor het eerst in Iran). Op zich is dat allemaal niet zo erg natuurlijk maar we hebben nog behoorlijk wat kilometers voor de boeg en zijn traditiegetrouw weer eens veel te laat op pad gegaan. Het is al ruim een uur donker wanneer we Qom eindelijk naderen. Ik ervaar pijnlijke steken in m’n rechterbeen en kom de laatste paar kilometer heel slecht vooruit. Shaun blijkt te kampen met een zeer pijnlijke knie die voor het eerst sinds onze trip begint op te spelen. Hij heeft ooit tijdens een eerdere fietstocht z’n knie geforceerd en sindsdien moet hij oppassen dat hij niet teveel hooi op z’n vork neemt.

Voor Qom hebben we via couchsurfing een adresje weten te regelen. Een vriendelijke meid die samenwoont met haar schoonmoeder en schoonzus. We krijgen een hele kelder tot onze beschikking met overal dikke zachte kussens en, waar Maarten pas echt blij van wordt, een loeder van een boekenkast met een grote hoeveelheid aan Engelse literatuur en honderden National Geographics. De zoon des huizes heeft o.a. filosofie gestudeerd en al z’n boeken achtergelaten. Ons plan was om de volgende ochtend verder te trekken maar bij het opstaan blijkt dat Shaun nog steeds een verschrikkelijke pijn heeft in z’n knie. We besluiten om er minimaal nog een nachtje aan vast te plakken. De vrouwenclub doet haar best om ons zo goed mogelijk te verzorgen en drukt ons op het hart dat we zo lang mogen blijven als we willen. Tweemaal daags wordt er een maaltijd naar beneden gebracht en voor het avondmaal schuiven we gezellig aan. Als er niet voor ons gekookt wordt dan wordt er wel iets voor ons gebreid. Aan het einde van ons verblijf krijgen we een gebreide mobielhoes, een gebreide brillenhoes en ieder een paar gebreide mouwen mee voor als we het koud krijgen op de fiets.

Het zal wel weer even afkicken worden na alle comfort die we genieten. Met name het eten was voortreffelijk. In Iran is het culinaire aanbod ietwat miserabel. Wanneer men thuis eet kan het eten zalig zijn en kom je interessante combinaties tegen. Wat dacht je bijvoorbeeld van kip gevuld met walnoten en granaatappel (het kan ook tegen je werken en dat je als zeer geëerde gast een schapenkop krijgt voorgeschoteld). Buiten de deur eten is echter niet te doen. De keuze is beperkt tot kebab en smakeloze fast food. In de zuidelijke provincies is er gelukkig enige Arabische en Indiase invloed en kun je op straat ook falafel en samosa’s krijgen.

Je zou zeggen dat de leden van de vrouwenclub zeer modern en progressief zijn om zomaar twee vreemde snuiters in huis te nemen. Ik ben er nog steeds niet helemaal uit. Het is sowieso vrij gangbaar voor Iraniërs om vreemdelingen thuis uit te nodigen. Minder gangbaar is het om als vrouw een man uit te nodigen (laat staan twee daarvan) en het is vrijwel ondenkbaar dat vrouwen dat op eigen houtje ondernemen wanneer er geen mannelijk familielid aanwezig is. Nu moet ik er wel bij vermelden dat de schoonmoeder uit Duitsland afkomstig is en sinds jaar en dag in Qom woonachtig en haar dochter naar mijn weten in Engeland is geboren. Aan de andere kant ben ik weinig Iraniërs tegengekomen die zo religieus zijn als zij. We hebben een flink aantal verhitte religieus/politieke discussies waarbij vooral de schoonmoeder, in mijn ogen, zeer controversiële en verwerpelijke standpunten inneemt die me af en toe flink ongemakkelijk laten voelen. Het heeft onder andere iets te maken met een landgenoot van de schoonmoeder. Die ene met dat akelige snorretje.

Adolf Hitler. Wat hebben Iraniërs toch in godesnaam met Adolf Hitler? Ik heb het meerdere malen meegemaakt dat men zich openlijk adolaat uitlaat over Hitler; “He was a man with great leadership skills and truly knew how to govern a country! I know he did some bad little things but still..” of “He hated Jews and so do I!”. Ik sta dan niet met een of andere halve gare te praten maar met iemand die me zojuist getrakteerd heeft op een theetje en me als gast zou willen uitnodigen omdat hij graag zorg draagt voor zijn medemens. Veel Iraniërs zien vanwege hun Arische afkomst (ze roemen zich erop nageslacht te zijn van de uit Noord India afkomstige “superieure” Ariërs waar uiteindelijk ook de eerste Europese beschavingen uit zijn voortgekomen, zo luidt de theorie althans) een verband tussen hen en Hitler en prijzen hem om zijn daadkrachtig overkomen. Ik hoop maar dat het uit onwetendheid voortkomt en dat ze niet echt een goed beeld hebben van waar ze het over hebben. ‘ISRAEL, OUR MUTUAL ENEMY’ zo kwamen we het onderweg tegen op een billboard. Tsja, als je het zo krijgt ingepeperd. Niet dat het nu per se onze wederzijdse vriend is maar toch..

Ons verblijf in Qom valt grofweg samen met de meest heilige periode van het jaar voor de Sjiieten, namelijk die van de asjoera. Tijdens de asjoera wordt gerouwd om de dood van hun Imam Hoessein die vele eeuwen geleden nabij Kerbala is afgeslacht. Overdag bezoeken ze de moskee en de avond wordt afgesloten met emotionele verhalen over de slachtpartij. We hebben het meegemaakt dat een zaal vol mannen plots in huilen uitbarstte bij de zoveelste herhaling van het verhaal. De gelovigen herbeleven in de verhalen het drama over en over. Op straat zie je grote optochten waarbij mannen door middel van zelfkastijding symbolisch het lijden van Imam Hoessein met zich meedragen. Ze slaan zich in een opzwepend ritme op hun borst, bewerken zich lichtjes met kettingen en dragen grote en loeizware tabernakels met zich mee. In Libanon en Irak komt het nog voor dat er messen worden gebruikt en er veel bloed vloeit. Sinds de Islamitische revolutie is dit in Iran echter verboden. Geen idee waarom. Ach, de hele dag een ketting op je rug laten neerkomen zorgt ook wel voor een stukje lijden mee geloof ik.

Uiteindelijk verlaten we Qom pas na een kleine week. Shaun is nog steeds niet helemaal de oude en we moeten maar kijken hoe het onderweg zal gaan. Het is belangrijk om zeer te voorzichtig te zijn en de boel niet te forceren. We hebben immers nog duizenden kilometers te gaan en dan is het natuurlijk zaak dat je in een tip top conditie bent. Vanuit Qom is ons plan om binnen 2 a 3 dagen Isfahan te bereiken. We brengen onze nacht buiten door, zoals gebruikelijk weer eens onder een snelweg tunnel. In Qom hebben we van een vriend een aantal slaappillen gekregen en die komen nu toch wel bijzonder goed van pas. De volgende ochtend staan we vroeg op om er die dag zoveel mogelijk kilometers uit te halen. Shaun gaat zeer langzaam vooruit. Hij heeft nog steeds enorme pijn en we vragen ons af of we misschien niet een bus moeten aanhouden om in Isfahan te geraken. Uiteindelijk komt het antwoord van bovenaf. Bovenaf als in de bestuurder van een grote truck die langzaam naast me komt rijden. Ik kijk omhoog en vraag me af wat die knakker van me wilt. Om de haverklap komt er wel iemand naast je rijden om te vragen waar je vandaan komt, een aantal voor mij onbekende Nederlandse voetballers opnoemt etc. Bijzonder irritant omdat ze het verkeer ophouden en je uit je concentratie raakt. Ditmaal echter geen vragen, alleen een gebaar dat ik in de cabine kan zitten en de fiets achterin de truck. Ik probeer hem duidelijk te maken dat ik geen interesse heb. Hetzelfde moment besef ik me dat het eigenlijk wel ideaal zou zijn voor Shaun als we een lift zouden krijgen naar Isfahan. Ik maak de bestuurder duidelijk dat hij zijn truck aan de kant moet zetten. Meneer gaat helaas niet naar Isfahan maar naar het verderop gelegen Yazd, de stad die we na Isfahan wilden aandoen. We besluiten om de lift toch maar te accepteren. Fietsen achterin, wij in de cabine en volle vaart vooruit. De trucker blijkt een Azeri te zijn en we wisselen een paar woordjes Turks uit. Onderweg rookt meneer een beetje opium om gefocused te blijven op de weg en een paar uurtjes later staan we in de karakteristieke woestijnstad Yazd.

We verblijven enkele dagen bij onze couchsurf host in Yazd. Het is een fijn en rustig stadje om lekker doorheen te dolen. Nauwe steegjes, mooie binnenhofjes, het doet me bij vlagen een beetje denken aan sommige buurtjes in Marrakech. Het is voor ons ook voor het eerst in Iran dat we andere reizigers tegenkomen. De sterke temperatuurwisselingen maken me een beetje van streek. Overdag met het zonnetje kan het oplopen tot 20c en ‘s nachts zit het tegen het vriespunt aan.

De autoriteiten in Yazd schijnen nogal streng te zijn. Zo heb ik me laten vertellen dat onlangs bij een lokale couchsurfer een computer in beslag is genomen en meneer mee moest naar het bureau waar hij twee dagen is vastgehouden en er fysiek geweld tegen hem is gebruikt. De idealogie achter couchsurfing, het ontwikkelen van een wereldwijd gastvrijdheidsnetwerk waar mensen bij locals kunnen verblijven, is niet echt populair bij de autoriteiten die juist de omgang tussen locals en toeristen nauwgezet in de gaten wensen te houden. Vele Iraniërs hebben hier gelukkig lak aan en gaan gewoon door met het uitnodigen van reizigers en zijn bijzonder nieuwsgierig naar nieuws van buitenaf. Voor een reiziger is het enorm waardevol om bij iemand thuis te kunnen verblijven om een beeld te krijgen van hoe mensen leven en ideeën en opinies uit te wisselen. Wij hebben gelukkig niets naars meegemaakt met de autoriteiten. De politie heeft ons lekker met rust gelaten en is behulpzaam geweest bij het vragen naar de weg. We hebben slechts eenmaal een beetje heibel gehad toen we de weg kwijt waren en stilstonden voor wat een gevangenis bleek te zijn. Wisten wij veel. Onmiddellijk kwam er een kerel in burgerkleding op ons af die tegen ons begon te schreeuwen en heftig begon te gebaren dat we op moesten hoepelen en wat al niet meer. Mooi was om te zien hoe passanten zich er mee begonnen te bemoeien en de kerel tot bedaren probeerden te brengen. Uiteindelijk heeft iemand zich over ons ontfermd en is met z’n auto voor ons uitgereden om ons naar het juiste adres te brengen. We beseffen ons uiteraard heel goed dat we met een bijzonder repressief regime te maken hebben en er heel veel onschuldige mensen vastzitten. Wij hebben niemand gesproken die iets goeds kon zeggen over Ahmadinejad en z’n schurkenbende. De meeste jongeren zijn niet alleen klaar met hun president maar ook met de Ayatollah en de geestelijke hypocrisie die als een waas rondom z’n heerschappij hangt. De hunkering naar een transparante democratie is groot en ik merk dat veel mensen de wanhoop nabij zijn. Ze worden mondiger en zijn bereidt om meer actie te durven ondernemen zoals eerder al bleek toen duizenden mensen de straat opgingen om tegen Ahmadinejad te demonstreren. De demonstraties werden bloedig neergeslagen door met name de Basji, de brute paramilitairen, maar ook de bevolking heeft haar tanden laten zien en duidelijk gemaakt dat ze het kotsbeu zijn. Respect!

Na enige dagen hebben we Yazd wel gezien. We maken nog een uitstapje naar een in de woestijn gelegen Zoroastrische vuurtempel waar aanbidders van de profeet Zarathustra zich terugtrekken om te bidden bij het vuur (ze hebben een enorm respect voor vuur omdat het in hun ogen symbool staat voor Ahura Mazda, hun God). De vuurtempel is gesitueerd tegen een bergwand en het levert dan ook schitterende vergezichten op van de eindeloze woestijn.

We besluiten om ook nog eventjes een uitstapje te maken naar Isfahan. Al liftende komen we een paar uurtjes later aan in wat toch wel de mooiste stad van Iran is. Het is er vrij groen, je kunt er fijn wandelen (iets wat je in Teheran bijvoorbeeld echt niet moet proberen) en natuurlijk heb je er een aantal moskeeën en paleizen die zo ongelooflijk mooi versierd zijn met complexe mozaïeken en fabuleuze wandschilderingen. Het is helemaal bijzonder dat je vrijwel alles voor jezelf hebt. Geen grote groepen toeristen die de boel verzieken met hun luid gekwek. Neen, je staat daar gewoon rustig in je eentje te genieten. Totdat er een bemoeizuchtige mullah met je wil kwekken over de Islam. Daar heb ik inmiddels m’n portie wel van gehad..

Inmiddels moeten we toch wel opschieten met het verlaten van Iran. We hebben nog enkele dagen te gaan totdat ons visum verloopt. Vanuit Isfahan gaat het weer terug naar Yazd waar we onze fietsen hebben achtergelaten. Helaas zijn we door de tijdsdruk genoodzaakt om een bus te nemen naar Bandar Abbas vanwaar we de ferry zullen nemen naar Sharjah (Dubai, UAE). Daarnaast heeft Shaun nog steeds last van z’n knie dus is het sowieso verstandig om voorlopig even niet te fietsen.

Aangekomen in Bandar Abbas voelt het alsof we weer in hartje zomer zitten. Het is nog vroeg maar toch al zo’n 18c en het zien van zoveel groen om me heen maakt me blij. Ik heb het wel even gehad met de dorre woestenij. De stad ademt een Arabische sfeer. Veel eetstalletjes op straat, overal luide muziek en veel mensen die gehurkt op straat zitten zoals ik ze overal elders in de Arabische wereld en in India heb zien doen. We hebben wederom voor een paar nachtjes een couchsurf adresje weten te regelen. Onze vriend Mahyar uit Teheran komt ook over en we besluiten om het nabijgelegen eilandje Hormoz te bezoeken waar we een nachtje op het strand doorbrengen. Het is er heerlijk rustig en schoon. We brengen de dagen door met het zoeken naar mooie schelpen en duiken af en toe de zee in die uitstekend op temperatuur is. In de verte zwemmen een aantal dolfijnen en ik besef hoezeer ik behoefte had aan een omgeving waar je niet continu staat te blaffen in smerige dieselwalmen, geen deprimerende betonbouw zover het oog reikt en geen mensenmassa’s die om je heen krioelen. Alleen het lege strand, de zee en een paar uitgelaten dolfijnen die af en toe door de lucht vliegen. Joepie!

We komen in de middag terug van ons eilandje en een paar uur later zitten we dan eindelijk op de boot naar Sharjah. Na een nachtje varen en bijzonder ongemakkelijk geslapen te hebben komen we dan eindelijk in de UAE aan. We worden in een klein gebouwtje gepropt in afwachting van de paspoortcontrole. Eerst de vrouwen, daarna de twee bleekscheten en twee spleetogen en vervolgens de rest van het manvolk. Ik krijg een visum voor dertig dagen, loop alvast naar buiten en verwacht Shaun enkele seconden later te zien. Het duurt langer dan verwacht en ik ga maar weer even terug naar binnen om te checken wat er gaande is. Shaun’s paspoort is in bezit genomen en hij moet wachten. We hebben geen idee wat er aan de hand is. Uiteindelijk mag Shaun de UAE niet binnenkomen omdat hij een visum nodig heeft. Shaun is pissig op mij omdat ik hem de informatie heb doorgegeven dat er geen visum nodig is voor Canadezen. Ik snap er niets van. Heb ik dan echt zo’n blunder gemaakt?! De dienstdoende ambtenaar vertelt ons dat Shaun slechts kan binnenkomen op een business visum en er een bedrijf garant voor hem moet staan. Mijn vriend in Dubai, Shavkat, werkt voor een zeer vermogend bedrijf en ik bel hem op om te vragen of hij ons verder kan helpen. Shavkat kan ons helpen maar het zal wel enige tijd duren eer dat het visum klaar is. Waarschijnlijk pas tegen de avond en dan is het voor ons reeds te laat. Shaun wordt uiteindelijk afgevoerd, terug naar het schip waarmee we gekomen zijn. Ik stap op de fiets richting Dubai om m’n best te doen voor Shaun. Eenmaal achter internet te zijn gekropen kom ik erachter dat Canada ruzie heeft met de UAE en er twee dagen voor onze aankomst een visumplicht voor Canadazen is ingesteld. Al onze plannen lopen hierdoor geheel in de soep. Uiteindelijk weten we het visum voor elkaar te krijgen maar voor Shaun is het helaas te laat. Hij is reeds met het schip onderweg terug naar Bandar Abbas. Ik maak me ernstige zorgen wat er met hem zal gebeuren bij aankomst. Hij heeft immers ook geen geldig visum meer voor Iran. Gelukkig kan hij ter plekke een soort van on-arrival visum regelen. Iets wat doorgaans zeker niet mogelijk is. Hij mag echter niet met het schip terugkeren en dient zodoende een vlucht te boeken van Bandar Abbas naar Dubai. Helaas is het business visum voor de UAE slechts voor twee weken en Shaun moet naast het aanvragen van een Indiaas visum (wat ongeveer 2 weken in beslag neemt) ook nog eens een nieuw Canadees paspoort aanvragen omdat z’n visumpagina’s op zijn. Lastige situatie! We zijn nog aan het kijken wat Shaun nu het beste kan doen. Uiteindelijk moet de trip weer worden voortgezet in Mumbai. Mijn visum voor India is hopelijk over een paar dagen klaar. Ik vlieg dan alleen naar Mumbai waar ik een rendez-vous heb met m’n senorita en enige tijd later Shaun hoop te verwelkomen. Gotta keep them wheels rollin’………………

Maarten

ps. en ja hoor, je mag gewoon lachen naar een Perzische schone.. alleen wel even uitkijken dat haar echtgenoot, broer of vader er niet naast loopt want dat kan nogal wat heibel opleveren

Posted in about | Comments Off on Khoda Hafez Iran

Istanbul to Erzurum..

After having spent 10 days in Istanbul we felt that it was time to move on and so on one way too early morning we left Istanbul by taking a ferry to Mudanya, some 30km from Bursa. Leaving Istanbul can be a real headache.. We experienced the traffic frenzy on our way to get in and we didn’t quite feel like getting into that mess for a second time.

Bursa once used to be the capital back in the days when the Ottomans ruled (after Bursa they moved it to Istanbul) Bursa is a fairly pleasant city with some nice old monuments. Not in the quantities one can find in Istanbul but its way less touristic and after the massive crowds, the small scale of Bursa is rather charming. We stayed with my good friend Onur who runs a beautiful cafe in the old town center where we tried to set a new record for how much tea one can have in one day.. All in all it was a very pleasant stay.. Being lazy on the roofterrace playing our mandoline and baglamadaki, and finally had a great camp out high up in the Uludag Mountains.

After a week we finally managed to cycle off. We initially planned to cycle nonstop for 2 weeks but that was before we found out that Eskisehir is one helluva fine spot to hang out. So after two days of cycling on a road thru Hell.. big intimidating trucks, smelly roadkills, nasty polluting factories, strong headwind, one industrial area after another.. We finally made it to Eskisehir and got welcomed by Super Mario, the friend of our couchsurf host who with his cap and moustache looks quite alike. Super Mario turned out to be the one who knows just about everybody in Eskisehir and so right the first night we took a deep dive into Eskisehir`s partylife.. Next day we were not quite able to get a moving on and so we decided to leave the next day. Eventually that next day became a week later.. Its all part of the trip! Like we mentioned before on the outset of our trip; there shall be no fixed itinerary and we will go accordingly to whatever happens on the road and all the people we meet..

With having had our big chunks of lazy procrastinating, we finally hit the road again for good this time.  We decided to head out for the small backroads to get a taste of the real Turkish countryside. For the first time since our arrival in Turkey we were blessed with a delicious backwind and so we rolled smoothly towards the East.. After some 100km we left the big highways for smaller roads and boy oh boy.. what a pleasure that was! Instantly we were the only ones on the road and we didn`t have to bother with getting pushed off the road by them big trucks or getting annoyed by honkhappy drivers (even though some of them might be meaning it in a good way to motivate us or something) All the silence we encountered was so overwhelming and it really took a moment to adjust.. Passing through small villages is also something very exciting; aside from all the looks as if we are two aliens (which might actually be true) there are also the many invitations to sit down for tea and what not more. We permit ourselves to accept those invitations only so many times a day as otherwise we wouldn`t make any progress at all.. For the people inviting us over its usually a little event in itself. Relatives and friends come over to see those two freaks on wheels, pictures of our families go around and we have a great laugh without understanding a bit of eachother`s languages.. Its mostly non-verbal communication supported by big amounts of delicious food. We just sit, throw some words at eachother we hope they make any sense, but most of all we just enjoy being with eachother and the experience of the exotique.. which goes in both directions of course!

Where do we sleep nowadays? Well, little has changed from how we rolled thru Western Europe. We still sleep outside mainly.. Things have gotten quite bit colder of course so we do have to take adequate measures. During summer we had till 10pm to cycle and we could sleep out pretty much everywhere. Nowadays it gets dark around 5pm and we need spots that provide some bit of a shelter for wind, cold and possible showers. So far our favorite spots are deserted highway tunnels (i recall how one night we were preparing ourselved for the night when we were spotted by a bunch of Kongals, the big dogs they use to herd sheep, and we stood there half undressed with pepperspray and a dazzer in our hands.. fortunately the herdsman also noticed us and calmed his dogs after seeing us and saying Allah.. Allah.. Allah.. what a bunch of idiots he must have thought..) there are the blessed deserted gas stations with great roof terraces or just any spot where we are out of the chilling wind. During daytime the sun is out a lot and great for cycling but at nighttime it gets frigging cold so we have to see how far we can stretch it. Fortunately there is lots of great hospitality out here and starting tomorrow in Iran the hostels will become in reach of our wee tiny budget.

Initially our plan was to cycle down to Cappadocia and then slowly head up towards Erzurum where we would apply for our Iranian Visa and hitchhike up to Georgia for some weeks. After doing a bit of calculating we came to the conclusion that this route would take too much time and we`d probably have to skip Georgia in order to be in Iran in time so as not to get stuck in heavy snowblizzards. So we decided to make a bit of a circle around Ankara (we had our cups filled up to the max of big cities) and head straight for Erzurum without seeing Cappadocia. Bit of a pity but we really wanted to get to go to Georgia and so we had to make some cuts. The road to Erzurum has been long and tiring. The landscapes don`t change that much.. Vast voids of aridness and the occasional tree just makes you realise all the more how depressing it all looks. Fortunately there`s the locals and they really make all the difference! Many smiles and be welcomes as you go along and plenty of occasions to set new records for how many tea one can drink in one day.. In Sivas we had a weekend of resting a bit and stayed with some awesome couchsurfers who really gave us a home away from home..

Its funny how each town doesn`t think too highly of the next town.. “Oh.. So you go to Durkdurk? Well, I wouldn`t do so cause the people are no good over there! Here have some tea, cookies and please have more!!!” Arriving at Durkdurk.. “Oh.. So you go to Durkdurkdurk? Well, I wouldn`t do so cause the people are no good over there! Here have some tea, cookies and please have more!!!”  Arriving at Durkdurkdurk.. “Oh.. So you go to Durkdurkdurkdurk? Well, I wouldn`t do so cause the people are no good over there! Here have some tea, cookies and please have more!!!” and so on and so on.. Most Turkish people have told us we are outright crazy for going to Iran but its the same all over of course. We have been hearing it since we started this trip although it really started to kick in at the Balkans.. Their troubled past is a quite recent one so the people over there really have their blood boiling when talking about their neighbours.

Arriving in Erzurum was a bit of a milestone for us. We were still waiting for the authorisation codes for our Iranian visas to come in and so we decided to first hitchhike to Georgia and take care of the rest later. We left Dervla and Grace Jones with a bunch of nice couchsurfers and made our way up to Sakartvelo – Georgia. Once in Georgia we got word from our contact in Iran that the codes had gotten in and our visas ready to be collected in Erzurum. In Georgia we had a great time.. I was there some 7 years earlier and lots of things have changed in the meantime. The country saw the regime change of Sheverdnadze to Saakasvili and with it the country became a lot better in my opinion but i`m sure there`s still many gaps to fill.

Somehow i even ended up staying on the countryside near Segovia for a week with a beautiful Spanish lady i fell in love with some time ago.. But that`s a whole other story………………

Gule gule

Maarten

Posted in travel | Comments Off on Istanbul to Erzurum..

HoÅŸ Geldiniz!

HoÅŸ Geldiniz or Welcome in Turkey! This is what we hear at least 10 times a day from Turks down the street..

After having spent a few weeks in Greece taking a big break visiting ol` friends and meeting new ones in the fab town of Thessaloniki, we got on the road once more to head for our first real milestone; Istanbul.

Leaving Thessaloniki was a real bitch.. Nasty heavily polluting industries and big 4 lane highways with only a few inches seperating us from passing cars `n trucks with macho Balkan drivers behind the wheel. Fortunately it didn`t take long before we could branch off and roll down a peaceful road with little traffic and pleasant sceneries of rolling hills and little villages. Greek Macedonia is a real interesting region to pass thru with it`s rich (albeit somewhat bloody) history and minorities seemingly peacefully co-existing next to eachother.  Although that might be wrongly percieved from the viewpoint of an outsider. Maybe it is just a thin layer on the surface which when scratched open reveals deep conflicts that one day may come to explode once more.. (I specifically refer to Greek Macedonia as such because there is a bit of a conflict as to what Macedonia really is.. There is a Republic of Macedonia which is not recognized by the Greeks as far as I know.. They refer to it as Former Yugoslavian Republic of Macedonia)

During the cycling one has lots of time to let thoughts run freely..  Sometimes i just let my focus fade away and drift off in a meditative mood where i become one with my bike and the road.. Other times I dig up thoughts from a far away past to reflect on them once more.. I think that Shaun and I have found a fair balance between being on ourselves when we cycle and enjoy being together after the hard peddling.. It`s nice to have someone to talk to at the end of the day, reflecting on what happened or didn`t happen and what we should make happen.. Although we both usually are avid solo travellers, in the end we believe that “Happiness only when shared” (as Christopher Mc Candless used to put it)

Entering Turkey was a great moment for us; although offially still on the European Continent, there is the feeling of leaving Western (Christian) Europe behind and passing a treshold to a world where different norms and values are prevalent. Immediately this becomes obvious by the many times we get invited over for a nice cuppa tea (the Turkish prefer tea to coffee, fortunately for us since we both aren`t to keen on drinking coffee) All throughout the Middle East one can experience extreme hospitality up to the point where it even may become a bit annoying (I remember how I almost insulted people in Tajikistan because I could not spent a night at their place) But that`s a luxury problem of course. The background of this hospitality in Turkey is twofold; first of all there is the Koran which prescribes Moslims to be welcoming and kindhearted towards travellers and look after it`s guests, but secondly there is also the nomadic roots of the Turkish people playing a significant role (covering wide distances with little distances in between it was of great importance to provide travellers with a place to sleep and a meal to fill the empty belly). It`s a bit of a cliche but especially those who have little themselves turn out to be the most generous and will go out of there way to make their guests feel like kings.

So, who the hell are these Turks anyway? I don`t mean to bother you, my dear reader, with long leaps of boring texts but I think it might be interesting to dedicate just a few lines to those who we will be amidst for the coming two months. To make it a little easier on myself I took a text from Wikipedia and added some small details:

The history of Turkey refers to the history of the country now called Turkey. Although the lands have an ancient history, Turkic migration to the country is relatively new. The Turks (who got their name from the Chinese calling them Tu-Kiu), a society whose language belongs to the Turkic Language Family started moving from their original homelands in Central Asia to the modern Turkey in the 11th century. After the Turkic Selquk Empire defeated forces of the Byzantien Emire at the Battlle of Manzikert, the process was accelerated and the country was referred to as ‘Turchia’ in the Europe as early as the 12th century. The Selquk dynasty controlled Turkey until the country was invaded by the Mongols following the Battle of Kosedaq. During the years when the country was under Mongol rule, some small Turkish states were born. One of these states was the Ottoman beylik which quickly controlled Western Anatolia and conquered much of Rumelia. After finally conquering Istanbul, the Ottoman state would become a large empire, called the Turkish Empire in Europe. Next, the Empire expanded to Eastern Anatolia, the Caucasus, the Middle East,  Central Europe and North Africa. Although the Ottoman Empire’s power and prestige peaked in the 16th century; it did not fully reach the technological advance in military capabilities of the Western powers in the 19th century. Nevertheless, Turkey managed to maintain the independence though some of its territories were ceded to its neighbours and some small countries gained independence from it. Following the WWI in which Turkey was defeated, most of the Anatolia and Eastern Thrace was occupied by the Allied powers including the capital city Istanbul. In order to resist the occupation, a cadre of young military officers formed a government in Ankara. The elected leader of the Ankara Government, Mustafa Kemal organized a successful war of independance against the Allied powers. After the liberation of Anatolia and the Eastern Trace, the Republic of Turkey was established in 1923 with capital city Ankara.

That`s it in a nutshell. Personally when I travel I love to have a bit of a historical framework to see the country in. It makes me better understand the things i observe down along the road, the people i interact with and it satisfies my sometimes annoying obsession for historical data (at moments I feel like we just have to get rebooted and start as a “Tabula Rasa” unwritten blanco neutral)

Pretty much the first moment we entered Turkey we not only received many Be Welcomes but also a rather strong headwind and many many hills. It was a pretty tough going to Istanbul with again crowded highways and a rather dull and depressing landscape. At moments when my morale was at low levels I had to shift my focus from the road to the moment we would arrive in good ol`Istanbul. In the end of course it`s exactly all the ups and downs one experiences that really make the trip rewarding. Anyway, just when we got really close to Istanbul, so did the road become really bloody bad. It became pretty much a suicide operation to navigate our way into the heart of Istanbul. We decided to leave the road and try to make our way downtown by taking smaller roads through the outskirts. All too soon we found out that this idea was even worse since we got completely lost in a concrete jungle. It was when we tried to make our way back to the highway that a little miracle took place.. A big BMW stopped in front of us and 3 doors went open simultaneously with maffioso looking men jumping out and making us stop. What the f%?k?! It turned out to be the Mayor of one of the outskirts of Istanbul and he insisted that we would join him to the local Mosque for the Iftar (the evening meal Moslims enjoy after a day of fasting during Ramadan) We were really honoured but explained to him that it would be a little difficult since it was close to getting dark and we still had some 30km to go till arriving at downtown Istanbul where we would spent the night. The Mayor did away with that problem by offering us to arrange transport for us and the bikes to our sleeping place.  So a little later we dragged our bikes into the Mosque (you can imagine the faces) and we enjoyed a wonderful meal at a VIP table. It must have been a great sight for those people to see us two dirtball bikebums next to fancy dressed folks. After the diner we were taken by the police.. Our taxi downtown!

Well now, it`s time to drink a beer and watch beautiful Turkish ladies (Hurray for Turkey still being a secular country..  who knows what the future may hold)

Maarten

Greetings from an oven called Athens..

It’s been a while since i last wrote something on the site.. Since Salzburg we haven’t had many internet oppurtunities; either no internet cafe’s were to be found or they were simply way too expensive (along the coastline of Croatia they ask a staggering 6EUR per hr) All too soon however we will enter the world of el cheapo internet cafe’s so by then we will try to update a bit more frequently (especially the picture part has seen a bit of  a delay.. mainly due to our digital clumsiness how to get them uploaded on our site)

Finally we have arrived in Greece where we allow ourselves a little time off.. Our 2 wheeled beauties are safely parked at a sweet couchsurfer’s garage in Thessaloniki, Shaun is soon going to relax a bit on the island Samothraki and i’m hanging out with some old friends in Athens (hence the title of this post, i am feeling like a roasted turkey) I am enjoying however to not be on a bike for a while.. There is a feeling of being impatient for something, itchy legs and an appetite for new impressions, but its only a matter of time for that feeling to disappear and become a lazy dog again…..

Since my last update in Salzburg quite a lot has passed. After Salzburg we had a very enjoyable yet very tough going through the Austrian Alps.  Till the Alps we hadn’t yet experienced any serious climbing (apart from a few hills in Germany but that was peanuts really) so it took a bit of adjustment to tackle them monsters. Going up with an average of 5km/hr and cruising down with 60km/hr.. It’s worth the struggle! I experienced Austria as a pleasant country to cycle around. Plenty of amazing sceneries and an abundance of nice small country backroads with hardly any nasty traffic (except for the roads thru the Alps which need to be shared with cars ‘n trucks)

After Austria we got to what would become our favorite country so far; Slovenia! Its a small ‘n cozy country with a beautiful nature, mellow cities and most importantly; some of the most friendliest people we have come across on our trip so far. Unfortunately we only got to see a little bit of Slovenia (Maribor, Ljubljana and some spots in between) but we are both sure about returning one day to taste a little more.. From Slovenia we rolled into Croatia and surprisingly enough no harrassing at the customs as usually is the case (we met some Belgians who were less fortunate.. they got catched because they found a tiny dot of weed in a guitarcase.. most hilarious was when they asked them what a condom was for and if it had been used before..) It was all pretty much downhill all the way to Rijeka on the Adriatic Sea. We cycled to the island of Krk (manouvred ourselves over a bridge) where we experienced our first night of thunderstorms and refreshing showers. As Shaun mentioned already in his post, we love to have clean bodies and undies so we took the oppurtunity to take a shower in the rain and have our undies washed.. From Krk we went to the island of Cres where we spent a few days to cycle from North to South and took the ferry from Malin Losinj to Zadar. We enjoyed having seen some islands but the downside is that the prices are in general more expensive and the tourism is so densely concentrated that it becomes a bit obnoxious.

Zadar to Dubrovnik in the very South left me with mixed feelings; some of the coastline sceneries are jaw-droppingly beautiful and worth a visit without doubt. What left me a bit annoyed is the package-deal tourism on the way (dull looking families and everything focussed on getting pennies out of the tourists.. which does not say i necessarily blame them for doing so) and the aggressive traffic on the narrow roads that need to be shared along the coast.

After Dubrovnik we finally crossed into another country: Montenegro. This little mountain state only recently gained independence from Serbia but has had it’s eyes fixed on the West for quite some time already. Shortly after the collapse of Yugoslavia, Montenegro wanted to be free from it’s bigger brother Serbia and among some of it’s deeds was to abandon the Serbian currency (Dinar) and adopting the German Mark. Nowadays the official currency is the Euro although Montenegro is by no means included in the Eurozone. Anyway, just like Croatia there are some amazing sceneries to be spotted and the tourism is also of quite another degree.. Whereas Croatia is mainly catering to Western tourists, Montenegro is mainly focused on local tourism. Local tourism means that it’s gotta be done the Balkan way. What’s the Balkan way? Make it very noisy, very kitsch and add cheap booze to it and you got some of the main ingredients. I observed that many people, also the oldies,  rather go and sit on a cramped polluted little beach right next to some megaspeakers with hardcore techno, than to find a quiet spot somewhere where they can enjoy calm and peace. I recall how on one night i was lying in my hammock and far far away i saw a little boat with a couple on it.. They were enjoying the romantic view of a sunset.. as well as the loudest version of “a total eclips of the heart” i have ever heard.. I’d say that’s quite a Balkan way to do it……. (as well as the rounds of fire of a Kalashnikov we heard from our hammocks at some far away wedding party)

From Crna Gora into Shqiperie or from Montenegro into Albania. Finally leaving the slavic countries behind us for a few days to explore the homeland of the Illyrians. I have been in Albania a couple of times and each visit the country seems to be making some progress although not in all fields and it certainly doesn’t apply to all regions. My first 2 visits mainly involved visiting the capital Tirana which nowadays seem to have become a flourishing city nowadays with a vibrant nightlife and the mayor Edi Rama, a former artist, who did an amazing job turning boring ugly looking flats into true pieces of art (google his name for more info and great pics of some of the flats) Back in the days when i was there there were potholes in the road everywhere and enormous heaps of garbage pretty much on every corner of the street. This is something which nowadays fortunately belongs to the past for Tirana. Unfortunately that can’t be said for most of Albania. Its hard actually to get a grip on Albania at all. On the one hand one can see a vast amount of luxuruous cars, enormous villa’s and booming entrepeneurship, but on the other hand the infrastructure of the country still seems to be of that when i first visitited in early 2000. Old roads with deep potholes (they seem to be working on some of them though) in most little towns open garbage belts right next to living quartiers, for those who can’t afford a villa the living conditions in old Socialist era houses appear to me as far below acceptable, no future for Albanian youth cause there are hardly any jobs etc. To me it seems that Albania is artificially being kept alive by the money that comes in thru emigrated Albanians (most of them live in Greece, Italy, Switzerland and the US) For sure the people of Albania are better of nowadays than when they were suffering under the harsh regime of Enver Hoxha (the onetime crazy dictator of Albania who ruled from the fifties up till the eighties) but they still have a long way to go.. A less corrupt government, less braindrain so that intellectuals stay at home and invest in the knowledge industry, creating a secure environment for foreign investors etc.

I almost forget to mention that Albania is a fairly pleasant country for the somewhat more adventurous bikers among us. People usually go out of their way in order to make you feel at home and it happens more than once that we got free drinks from shopkeepers and strangers.  I think what attracted me a lot is that Albania, on the countryside at least, is still very pure, raw and genuine. We crossed through the very heart of Albania and although the mountains will show no mercy on poor bikers, its something you won’t quickly forget nor regret.

Oh, and what really bothered me the most.. The rampant growth of mountains of plastic everywhere. Shaun mentioned it in his blog and i mention it again. Fucking plastic and the ease with which it is used and thrown away.. The government doesn’t really seem to care about it too much and most of the people aren’t aware of the emergency situation we are in regarding our climate (and i think most of them don’t give a fuck about the fact that a pile of plastics looks nasty but i can be wrong about that)

Finally after Albania we cycled for 3 days through Macedonia (or FYROM as the Greeks would like to have it..) to finally arrive at Thessaloniki where we could finally get off and have our well deserved shower..

So far so good and secretly i can’t wait to be back on the bike again for more contemplative moments through deserted landscapes, torture myself going uphill, ecstatic moments when going down.. The ‘what’s behind the next corner’ feeling.. Love it!

Maarten

Steamin`Salzburg

A little update after having spent two weeks on the road already..

So far we have been extremely fortunate with the weather. Only a few days before our departure it was still cold `n rainy.. On the 21st however the sun was shining and summertime finally really started to kick in. Until now we have only had 1 day with bits of rain. Usually we are complaining about too much sunshine and wish for a heavy rain to relieve our overheated bodies.

After leaving Amsterdam we went down South smoothly.. We stayed with my friends Robin and Edmee in Utrecht for a night to say a proper goodbye. They have once been roaming the countryside of NL, Belgium and France with horse and wagon (www.slakkengang.nl) For some 2 years they have been on the road but finally decided on settling down for a while close to Utrecht. I guess it`s just a matter of years now that they will be on the road once more with their little girl.. 

From Utrecht we went down to Nijmegen and got joined for a bit by our friend Eelco who earlier cycled all the way from Amsterdam to Bali (www.backtobali.net) I am sure the future will lure him in yet another bike adventure! In Nijmegen we had our first couchsurf spot (www.couchsurfing.org)  and enjoyed the pleasure of a warm shower and cold beer. During our trip we plan to do lots of couchsurfing next to sleeping under the stars outside.  We both are avid stealth campers but at the same time we really appreciate having a place to stay every now and then. Its a nice prospect when cycling to know that there is a destination at the end of the day with a usual friendly host welcoming you and a warm shower to get them dirty `n sticky bodies all clean again. Most likely couchsurfing will become less and less as we are heading East. But then again, out in Asia the hospitality is often so enormous that one needs no couchsurfing to have a place to crash and an oppurtunity to interact with a local.

Our first day in Germany immediately showed us that i have been quite prejudiced concerning our neighbours.. I expected the Germans to be rather conservative and not very outgoing.  One of our first encounters was with an old man who showed interest in our trip and insisted on donating a couple of Euro`s for us to buy a breakfast from. After 2 weeks of Germany we had many similar experiences with German hospitality and friendly, mainly old, folks. The rarest encounter for sure was in Augsburg where an old man approached me and enthusiastically told me that he also once made a biketrip from Amsterdam to Augsburg.. I replied i was impressed and asked him when that was.. “After WWII when i had to leave Holland and head back home..” Any chance we can have that bike back..sir?

Currently we are having a little rest in Salzburg before tackling them big ass mountains in Austria. The first weeks have been very pleasant and my body is slowly adjusting to the rhythm of a daily 90-120km. Thanks to the many friendly couchsurfers that went out of their ways to make us feel welcome and the many nights we spent under a clear starry sky dreaming about what is yet to come..

Maarten

Posted in travel | Comments Off on Steamin`Salzburg

2 hours before leaving

Finally the day has arrived that we’ll be hitting that dusty ol’ road.. The idea of going on this trip has been with us for a while now and we are all too eager to start making our legs crazy. First day will be easygoing; visiting some good friends in Utrecht. From Utrecht we’ll take it down to Nijmegen, Venlo and onwards to Germany. After a week we hope to make it to Austria and by that time we will have had sufficient workout to tackle some of those bad ass mountains. Our plan so far is to pass thru Slovenia, Croatia, Montenegro, Albania, Macedonia, Greece, Turkey, Iran.. and here’s the first bummer of our trip; we will most likely not be able to cycle through Pakistan. Only very recently Pakistan has made it a bit more difficult obtaining a Visa. Previously it was possible to obtain a Visa down along the road. Nowadays one has to apply in the country of origin and since my buddy Shaun is from Canada that means that he would have to go back home. I still kind of hope that we can obtain it the “Asian” way somewhere in Turkey or Iran (maybe some corrupt official taking small bribes) If we can’t pass thru Pakistan then we would have to consider flying from Tehran to India. From India onwards it’s still a big question mark. I would really love to see Sikkim, Ladakh and Nepal but we also would love to find a way getting into China and make it down to South East Asia. Will i return after a year or will i double it? I guess this is exactly what i find so charming about our trip.. Nothing is fixed and each day can hold new surprises that may make us change our “plans”.. But then again, isn’t that what happens everyday? Except that sometimes we lose the ability a bit to open up to new possibilities and embrace new roads..

This road is calling..!

Maarten